Na de grondlegging van de de Duitse Democratische Republiek in oktober (1949) werd uiteraard een georganiseerde gezondheidszorg van groot belang bij de opbouw van het land na de catastrofale situatie na WWII moest het een onderdeel worden (eerste 5 jaren plan Walter Ulbricht) van de nieuwe socialistische staat waarbij de burgers en arbeiders in de collectieve staatsbedrijven een goede zorg verdienden. Daarnaast moest er ook direct kunnen worden opgetreden bij calamiteiten, catastrofen of (Zie ZV).* ongevallen in verkeer of werk. Het "Deutsche Rotes Kreuz" (DRK) werd pas officieel in oktober 1952).
De ultieme doelstelling van de DDR was : Gesundheit voor iedereen , dat na betaling van circa 65 D-mark aan de verzekering van het "Gesundheitswesen" Voor iedere burger van (kosteloze) gezondheidszorg zonder uitzondering van beroep of inkomen naar model van de Sovjet-Unie. In een socialistische staat deed men immers alles wat nodig was voor de (beroeps) bevolking. Een van de eerste opdrachten was de ziekte tuberculose te bestrijden en daar de nodige medicatie voor te ontwikkelen. Medio jaren 50 was het aantal patiënten teruggebracht tot een aanvaardbare situatie. Poliklinieken met tal van artsen werden geopend in diverse steden in het land. De wens was om in iedere stad een polikliniek met artsen te kunnen hebben (vooral nieuwbouw). In enkele steden lukte dit wonderwel en had men ook de beschikking over de modernste apparatuur van die tijd. Einde der 50er jaren voerde de DDR de "Planwirtschaft" ook in het "Gesundheitswesen" in. De (behandel) kosten begonnen immers toch wel op te lopen. Dit betekende dat lokale artsen in hun "kreis" of "Bezirksgebiet" ook verantwoordelijk werden voor de gevolgde politiek, distributie en verstrekking van medicijnen. In kleine dorpen en het platteland zorgde dit onherroepelijk voor problemen. Men had eenvoudig niet genoeg menskracht.
Als er een ongeval gebeurde kwam het voor dat de arts met zijn dienstwagen en (eventueel) een zuster naar toe ging om aan de aard van de verwondingen vast te stellen en mogelijk een ambulance te bestellen. Hierdoor ging veel tijd verloren voor men in het ziekenhuis aankwam. Het (DRK) had aanvankelijk ook moeite om leden te werven maar groeide toch gestaag. Toen eenmaal lokale (DRK) vestigingen bij het bedrijf of woongebied werden opgezet lukte het ook om aspirant leden te werven. "Gesundheit-, Hygiene- und Arbeitshygiene Helfern" Ook werd de jeugd na schooltijd door de "Arbeitsgemeinschaft" onderricht . Zo ontstonden de "Junge Sanitäter" die als boegbeeld
(moesten) dienen voor de Socialistische Staat.
Aanvang jaren 60 had de DDR een opleving en enige welvaart in het "Gesundheitswesen" . De propaganda voor nieuwe medische apparatuur en mogelijkheden werden in de media ruim uitgemeten. Men stelde zelfs dat artsen uit de niet socialistische landen graag in de DDR kwamen werken. Niets is minder waar. Sommige burgers en artsen zagen kans naar het Westen te gaan in de steeds moeilijker wordende situatie. De overheid wilde voorkomen dat men uit de Staat vertrok. Tussen Artsen en medisch personeel was ook nog tweespalt ontstaan door ongelijke beloningen. Hoewel de beloningen uiteraard voor gelijkwaardige functies zeer laag waren in vergelijking met het Westen. De koude oorlog was inmiddels in volle gang en het ijzeren gordijn werd een feit. Met als hoogtepunt de bouw van de muur in (1961). Men startte onder de jonge studenten een offensief om artsen en verpleegkundigen uit de republiek op te leiden. De kwaliteit van de medische faculteit was erg goed en hoog aangeschreven. Echter met vakkennis alleen kwam men niet ver. Doorslaggevend was de politieke vorming en leer om verder te komen en af te studeren.
Afgestudeerden werden direct ingezet (periode 1965-1975) in kleine poliklinieken in de regio's met beperkte middelen. Zoals het houden van specifieke spreekuren en huisbezoek dat vaak pas in de avond plaatsvond. Dit werd de "Ärztliche Bereidschaftdienst" genoemd. Ook werd de "Gemeindeschwester" geïntroduceerd een zuster die van alle markten thuis moest zijn en zich per fiets of bromfiets en later met de beroemde Trabant naar de patiënten begaf. Deze zusters waren van onschatbare waarde en werden enorm gewaardeerd door de bevolking. Ze verzorgden dag en nacht ernstig zieken zelfs, eten, drinken voor ouderen naast (lichte) medische zorg zoals het geven van injecties, verwisselden verband, medicijnen. Veel meer dan het systeem van de DDR kon bieden. Ook hielden ze (klein) spreekuur op een vaste locatie voor diegenen die zich nog makkelijk konden verplaatsen. Alleen als de zuster niet kon helpen werd een arts geraadpleegd.
Ook de DDR werd begin 70er jaren geconfronteerd met zogenaamde welvaartsziekten waaronder diabetes. Men had dringend behoefte aan moderne apparatuur voor o.a dialyse en bloedonderzoek. Men had eenvoudig niet de middelen om westerse apparatuur te kopen. Na verschillende wetenschappelijke onderzoeken werd bij toeval een kunststof gevonden die in de levensmiddelen industrie werd gebruikt welke na uitgebreide testen kon worden toegepast bij de vervaardiging van kunstnier (dialyse apparatuur). Men had eindelijk een succesvolle oplossing gevonden waarbij het onafhankelijk van het westen ook de overige landen van het Oostblok mee van dienst kon zijn. Na een eerdere vergeefse pogingen kon nu ook de DDR eindelijk toetreden (1973) tot de internationale "World Health Organisation" (WHO) wat als een enorm succes werd ervaren in die tijd. De DDR kon hierdoor een belangrijke rol spelen in educatie van aankomende medici van de derde wereld landen tot grote tevredenheid van de (WHO). Echter wij beperken ons tot het "Gesundheitswesen" in de DDR.
Na de machtsovername van Erich Honecker in (1971) ging de investering in de sociale, materiële levensbehoefte voor de burgers enigszins omhoog. Wat had dit voor invloed op het "Gesundheitswesen" ? Men had een plan ontwikkeld voor het "Gesundheitswesen" dat naast het bouwen van woningen er ook nieuwe ziekenhuizen gebouwd werden. Keuzes moesten worden gemaakt men kon het geld immers maar een keer uitgeven. Basis medicijnen waren genoeg voor handen, maar voor specifieke medicijnen had men toch vaker de creativiteit van de apotheker(s) nodig. Menig medicijn had een merkwaardige achtergrond ......... Men wilde zelfs ook preventief gaan optreden, op basis van onderzoeksresultaten en opgedane eerdere ervaringen met ziekten ondanks de beperkte middelen die daartoe voorhanden waren.
Enige methoden die deels al werden toegepast werden verder ontwikkeld:
Bij de geboorte van een kind werd direct alles geregistreerd, Ook voor volwassenen werden alle ziekten geregistreerd en bijgehouden. Qua gezondheid van kinderen betrof het vaak inentingen voor kinderziekten etc. Op scholen werd 2x per jaar de (tand)arts geïntroduceerd zodat de schooljeugd spelenderwijs verder werd opgevoed met een gezondere levensstijl. Voor volwassen werd de (autobus) röntgenfoto op locatie in het leven geroepen om eenmaal per jaar doorgelicht te kunnen worden op de mogelijkheid van TBC. Eind jaren 70 en begin jaren 80 werd deze ziekte (ook bij ons in het westen uitgebannen). Nu anno (201X) helaas ook weer incidenteel opgedoken in verschillende West-Europese landen. De ambulancedienst werd vervolgens midden jaren 70 uitgerust met elektronische apparatuur voor de communicatie en nieuwe auto's. De (aangepaste) Barkas 1000 was een begrip op de wegen destijds en is gebruikt tot aan de Wende (1989-1990).
In de periode (1973-1979) slaagde de DDR er in internationale naam verwerven met hun "Gesundheitsprogramm" maar stond voor het feit dat de wedloop met het westen achterop raakte daar de financiën niet voor alle moderne middelen en elektronische apparatuur konden worden ingezet. Buiten de DDR stonden medici in hoog aanzien zoals onderzoekers, en chirurgen voor specifieke operaties. Een voorbeeld voor het westen in die tijd! binnen de DDR werden echter met name de burgers en lokale artsen geconfronteerd met tekorten aan apparatuur en specifieke medicijnen. Men kon eenvoudigweg niet alles financieren De regering koos veelal voor de internationale belangen. Uiteindelijk raakte men in de jaren 80 steeds verder achterop. Er ontstonden kleine privé praktijken op het platteland en zelfs vanuit de kerk. (Diaconessen). Dit alles met toestemming van de Staat. In principe totaal tegenstrijdig aan het socialistische model maar er was geen alternatief dus..... Echter voor de leden van het politbureau, partij of andere hoogwaardigheidsbekleders was er het goed bewaakte regeringsziekenhuis in Berlijn. Daar werkte men wel met de modernste technieken en apparatuur uit het westen. Ook medicijnen waren hier geen probleem. Voor de "gewone burger" waren de huidige medische benodigdheden steeds schaarser en werden onderling vaak betiteld als "Mangelwirtschaft". De medische kwaliteit liep ook steeds verder terug door gebrek aan medicijnen of inferieure apparatuur die eigenlijk aan vervanging onderhevig was. Dit vond niet alleen plaats in de zorg maar ook in de industrie en tal van andere activiteiten. Misstanden rapporteren was uit den boze. Wie toch misstanden rapporteerde liep de kans door de (STASI) geregistreerd of te worden opgepakt afhankelijk van de aard van de rapportage. Onder de druk van de (STASI) werden voorts tal van artsen, zusters gedwongen te werken in situaties waar adequate middelen voor patiënten al lang niet meer voor handen waren. Men moest zwijgen. "Het droombeeld van de gezonde mens in een socialistische staat die voor alles en iedereen zorgt moest blijven bestaan". Uiteindelijk ging ook het "Gesundheitswesen" tezamen met de DDR na de val van de "MUUR"(1989) ten onder en verdween begin jaren 90 geheel. Na de vereniging van Duitsland werd het "Gesundheitswesen systeem van de Bondsrepubliek" ingevoerd heden een van de duurste ter wereld.